donderdag 27 september 2012

DCA opdracht visie op onderwijs


Ongetwijfeld is in de loop der jaren het onderwijs aanzienlijk veranderd. Echter zal de kern van de zaak altijd ongewijzigd blijven: het onderwijzen. Hoe en met welke voeling dit gebeurt, is aan de tand des tijds onderhevig. Het spreekt volgens mij voor zich dat dit een goede zaak is. Waar men vroeger met de harde hand doceerde, zal men nu ook meer oog krijgen voor het karakter van de leerling, dus de opvoedende component zal zich de dag van vandaag sterker gaan uiten.

Iemand iets kunnen bijbrengen, op een goede duidelijke manier geeft een goed gevoel. Interesse opwekken in een groep is niet gemakkelijk. Er zijn steeds mensen aanwezig in de les met minder interesse, en de ene persoon zal makkelijker informatie opslorpen dan de andere. Het gevoel dat je als leerkracht krijgt (ik spreek nu vanuit het oogpunt “mezelf als trainer in mijn job”) wanneer je een groep kan laten overhellen naar een “oooh ja, zooo, nu snap ik het” moment, is heerlijk. Dit is de grootste drijfveer die me laten beslissen heeft om de SLO opleiding te volgen en leerkracht te worden.

Een goede leraar uit zich volgens mij in verschillende facetten. Wanneer je in de eerste plaats oog hebt voor de kunde van de leerling, en hem met een goed gevoel kan laten deelnemen aan de lessen, dan ben je volgens mij goed op weg. Een goede leerkracht moet een stimulator, motivator, en vat vol vakkennis zijn. Ik herinner me dat ik als leerling steeds opkeek naar de leerkrachten die zoveel wisten en tegelijkertijd les gaven vol overgave en enthousiasme. Wanneer je op zo een manier les kan geven, ben je volgens mij een goede leerkracht.
Veel leerkrachten doven echter langzaam uit naar hun pensioen toe. Het enthousiast laaiende vuur, waarmee ze ooit les gaven, ligt ver achter hen. Ze staan misschien een beetje te veel stil in de tijd en hebben niet ze graag een verandering van stramien. Om een goede leerkracht te zijn moet je juist durven het gewone patroon doorbreken. Wees up to date, zodat je weet hoe de jongeren zich op dat moment voelen.
Wanneer men dus de kern van de zaak (gewoon, les geven) niet uit het oog màg verliezen, en je verplicht bent om up do date te blijven, dan werkt men volgens mij aan een goed onderwijssysteem. Er moet goed blijven onderwezen worden (theoretisch en praktisch) met de mogelijkheid om de leerlingen beter te leren kennen. Met dit laatste bedoel ik de persoonlijke situatie van de leerling. Dan pas kan je ook proberen jezelf als leerkracht te verplaatsen in die leerling, en hem op een goede manier, eigen aan hem, dingen bij te brengen. Als je deze kansen kan krijgen als leerkracht, dan werken we in een goed onderwijssysteem. Een goed systeem moet de gouden balans zien te vinden in onderwijzen en opvoeden.
Er mag dus best meer omgang zijn met ouders en leerlingen zelf, hetzij op een professionele manier. Het kan niet de bedoeling zijn dat de leerlingen allemaal beste vrienden worden met de leerkracht. Ik ben er wel van overtuigd dat je pas goed les kan geven aan een groep, als je toch ook een beetje weet hoe die groep (die klas, de leerlingen in die klas) in elkaar steken. Dit kan volgens mij enkel, als je als leerkracht de vrijheid krijgt, en ook wil nemen, om eens verder te kijken dan de theoretische boek die voor je neus ligt. Praat met de mensen. Met de leerlingen en de ouders, zonder te verdrinken in het individu.
In de toekomst zie ik mezelf als een leerkracht wetenschappen. Goede stevige theorie, afgewisseld met een  fascinerende praktijkles in het labo. In het eerste deel mag het wat serieuzer zijn, terwijl in het labo de proeven kunnen uitgevoerd worden mét de nodige aandacht, maar ook met de noodzakelijke losbandigheid. Dit hebben de leerlingen zo nodig, en dat wil ik hen ook graag geven.