zaterdag 6 oktober 2012

LEV- reflectie hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 gaat over iets waar altijd veel commotie over is. Lesgevers en hun mogelijke statuten.
In deze reflectie wil ik mijn kijk hierop weergeven, aangevuld met de feiten die we kunnen vernemen in de cursus.

Momenteel werk ik in de privé sector. Daar is het een bijzonder makkelijk aanwervingssysteem als je het vergelijkt met het onderwijs. je wordt aangenomen, en je werkt 6 maanden (of 1 jaar) op proef. Zijn ze tevreden, dan mag je blijven en krijg je een vast contract. Zijn ze niet tevreden? Daar is de deur. Dit is misschien wat kort door de bocht maar daar komt het wel op neer.
We moeten hier wel de nuance maken dat een vast contract in de privé sector niet hetzelfde is als een vast contract bij de overheid (als vastbenoemd leerkracht heb je een statutaire vaste benoeming). In de privé kunnen ze je nog steeds van de ene op de andere dag ontslaan. Dat kan niet zomaar bij de vastbenoemde ambtenaren.

Hiermee bijt ik de spits af voor een belangrijke item in het onderwijs: de vaste benoeming in het onderwijs.

Vooraleer we het over deze vaste benoeming hebben, laten we de weg daarnaar toe eerst even bekijken.
je kan dus niet onmiddlelijk een vaste benoeming hebben. Daarvoor zal er eersteen tijdelijke aanstelling plaatsvinden.

Er is eerst en vooral de TABD, de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur. Hierbij wordt niet genoten van een voorrangsregeling en is de duur van de aanstelling bepaald.
Wat ik positief hieraan vind, is gewoon het feit dat dit eerlijk is. Stel dat je direct vast benoemd kan worden, en je kan je toch niet vinden in het beroep als leraar? Dan zullen er sommige mensen redeneren "ik heb een vaste benoeming, dus blijf ik, want er kan me niets gebeuren". Dit zal leiden tot gefrustreerde leerkrachten die een vaste benoeming van gemotiveerdere leerkrachten in de weg staan. Slechte zaak dus.
Anderzijds, wanneer die TABD te lang aansleept, zal het een demotivatie teweegbrengen bij leerkrachten die wel met volle zin in het onderwijs willen staan.
De weg naar een vaste benoeming wordt overbrugd met een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD). Hiervoor zijn enkele voorwaarden oa dienstanciënniteit. Natuurlijk kan ik hier de cursus niet overlopen.

Een zeker feit is dat het in de toekomst niet gemakkelijk zal worden om:
1: al aan een voldoend aantal uren te komen;
2: Die uren op 1 school te hebben (laten we de ideale situatie bekijken);
3: van TABD naar TADD te gaan;
3: een vaste benoeming te kunnen krijgen.

De vaste benoeming heeft uiteraard een pak voordelen. Zekerheid van loon én werk zijn voor mij de voornaamste. Als jonge leekracht denk ik nog niet aan mijn pensioen, al is het uiteraard niet weg te cijferen dat een overheidspensioen bijzonder interessant is.
Een groot voordeel is ook dat je, indien je ernstig ziek wordt en niet kan werken, je niet terugvalt op de mutualiteit, maar je salaris krijgt.
Ook het opbouwen van ziektedagen moeten we hier in acht nemen.

Zijn er dan eigenlijk wel nadelen aan een vaste benoeming zou men gaan denken?
Er is volgens mij 1 groot nadeel en dat is verlies van flexibiliteit. Je bent benoemd voor DIE uren, en in DIE scholengemeenschap. En wat als men eens een uitdaging wil aangaan op een andere school dat niet tot die scholengemeenshap behoort en eventueel andere vakken? Dan moet je opnieuw starten? te gek voor woorden als je het mij vraagt...
Nuance: het kan allemaal wel, maar het is een stug, en niet flexibel. Als je het mij vraagt, kan dat inderdaad wel één en ander in de weg staan voor innovatie. Hoe kan je innovatief zijn, vooruitdenkend als je op sommige vlak wordt afgeknot?

Hieronder een voorbeeld van hoe mijn persoonlijke situatie er kan uitzien:



Het Agodi rapport geeft duidelijk weer hoe ingewikkeld het kluwen is van de benoemingen in het onderwijssysteem. Dit is een eerste observatie. Mijn gevoel zegt hier: Moet dit echt zo ingewikkeld zijn? Waarom kan er niet gewoon een oplijsting gemaakt worden tussen "vastbenoemd en tijdelijk aangesteld"? onaghankelijk van welk type onderwijs (vrij, gesubsidieerd) waarin je bent tewerkgesteld. Dit is natuurlijk mijn aard als wetenschapper. De neiging te schematiseren en vereenvoudigen waar mogelijk.
Wat me tevens opvalt en wat ik wil naar voor brengen van dit rapport is het geslacht van de vastbenoemden. Dit kan je zien in deel 1.3 van het rapport. Gemiddeld 75 % van de vaste benoemingen is voor vrouwen. Dit zal niet zijn omdat de mannen, de kans niet krijgen, maar gewoon omdat er meer vrouwen zijn in het onderwijs. Raakt het evenwicht hier een beetje zoek? De mannen moeten blijkbaar meer gemotiveerd worden om in het onderwijs te stappen!
Dit zal denk ik ook te maken hebben met het feit dat een lerarenjob, veel voordelen biedt voor vrouwen. laten we denken aan bvb verlof. Ik kan me wel inbeelden dat dit meer in de smaak valt bij vrouwen dan bij mannen. Het komt voor hen dikwijls beter uit om wat meer thuis te zijn, gewoon omdat het nog een beetje algemene regel is dat de vrouw thuis ook nog een pak werk te wachten staat. De job zal meer gegeerd zijn bij vrouwen. Logisch ja, maar dan zit er een knik in de kabel..


Men wil het onderwijs aantrekkelijker maken en dat zal denk ik, in de eerste plaats moeten door het stug systeem te veranderen. Ook naar het loon mag gekeken worden vind ik persoonlijk. Een echte motivatie is dit namelijk ook niet. Maar daar doen we het uiteraard niet voor.

Wanneer ik mijn persoonlijke situatie ga reflecteren op het onderwijs zijn er me een aantal zaken duidelijk: los van het feit of ik dat goed vind of niet:

- Ik zal een meer betekenisvolle job hebben, in de zin van het sociale, werken in de non-profitsector.
- Ik zal meer verlof hebben. uiteraard. Nu heb ik er zo een 27 dagen.
- Ik zal minder verdienen.
- Ik zal, bij vaste benoeming, veel meer werkzekerheid hebben.
- Ik kan dagelijks bezig zijn met wetenschappen.
- Ik kan gewoon les geven! Is dat niet HET grootste voordeel??

Wanneer we novice zullen zijn (onervaren starter), zal het ook veel tijd vergen om expert te worden, een ervaren leraar. Dit blijkt uit de tekst "van novice tot expert". Dit lijkt logisch, maar zoals we kunnen lezen vergt dit een berg werk. We moeten bereid zijn te luisteren naar experts als novice, en wanneer we langzaamaan expert worden, moeten we bereid zijn, om onze kennis ook met collega's te delen. Ervaringen uitwisselen. Andere leraars moeten andere leraars nog leren leren en leren bijleren (om het even moeilijk te maken). In iedere school zitten experts, maar ook beginners. We moeten elkaar helpen kennis te geven. We moeten samenwerken.
Het is mogelijk door de technologie van deze tijd, laten we er ook gebruik van maken!
We kunnen verbonden zijn met iedereen (video connected teacher). Uit de video komt duidelijk dat het niet enkel gaat om de tools die we kunnen gebruiken, maar vooral om het netwerken, het sociale gegeven die hier ook mee gepaard gaat. Laten we dit gebruiken zonder de basis van het onderwijzen (kennis delen, opvoeden, een meerwaarde meegeven) uit het oog te verliezen.


Laurenzo Lefèvre


Blogpost 1 LEV Reflectie hoofdstuk 1

Dag iedereen!
Hoofdstuk 1 is een mooie inleiding in de wereld van het onderwijs. het geeft weer, en het laat zien hoe we kunnen te weten komen hoe er praktisch gedacht wordt in de beginselen van deze wereld (vakken, lesuren enz...)
Ongetwijfeld boeiende stof voor een leraar in opleiding!
Hieronder mijn persoonlijke reflectie.

Via de website bekwaamheidsbewijzen ben ik te weten gekomen dat ik voor het vak "Apotheek" een vereist bekwaamheidsbewijs heb. Dit door mijn diploma bachelor Farmaceutische en biologische technieken. Dit is een hoger onderwijs korte type (HOKT op de site).
Voor de vakken chemie, biologie, wiskunde heb ik bvb een Voldoende geacht bekwaamheidsbewijs.
Ik onderstreep hier bvb omdat ik nu ook weet dat ik voor een hoop andere algemene vakken een VO heb. Zelfs Aardrijkskunde, en bvb geschiedenis. je kan dat geven met een HOKT + GPB (getuigschrift pedagogische begeleiding/nu dus de SLO)

Als ik er twee vakken kan uitpikken dan is dit Apotheek en Chemie.
Apotheek is géén algemeen vak (AV) maar is een TV (of kan zelfs PV zijn). Dit is ook logisch want "apotheek" is geen algemene wetenschap. het is een mengeling van zeer veel wetenschappen en technieken. Vandaar dat ik het uitermaten boeiend zal vinden om hierover les te geven. Je kan namelijk geen "apothekerke" spelen als je geen begsinselen hebt van chemie, biochemie, anatomie, en zelfs fysica.
Ik meen te beschikken over veel vakinhoudelijke kennis en het zou een droom zijn om dit te mogen onderwijzen. Maar ik moet hier realistisch zijn. Daar het geen AV is, wordt het ook maar aan enkele richtingen in het secundair onderwijs gegeven. Bvb de richting "apotheekassistent". De kans dat ik dus aan een groot aantal uren kom voor dit vak, en in het bijzonder een fulltime, zal dus niet heel groot zijn.

Anderzijds is er mijn fascinatie voor de pure chemie, ook wel scheikunde genoemd. Als kleine jongen van 12 jaar zat ik met de chemiedoos die ik kreeg voor mijn sinterklaas, gezellig in mijn tuinhuis te experimenteren. Tot het te hard begon te stinken, en mijn moeder het broebelen een halt toeriep. Zalig vond én vind ik het. Zuivere fascinatie en de mensen doen fascineren. Dit is de grootste drijfveer waarom ik chemie wil geven. Chemie is een algemeen vak, en de kans dat ik hiervoor enkele uren te pakken krijg, is dus groter.

Daar ik geen master diploma heb, zal ik voor het ASO terechtkomen in het secundair onderwijs van de eerste en tweede graad. Waar exact, dat zal uiteraard afhangen van welk vak ik zal geven.
Chemie krijgt men bvb pas in de tweede graad in iedere ASO richting. Apotheek is er ook vanaf de tweede graad, voor de richting apotheekassistent. Aangezien apotheek géén AV is, zal ik het ook kunnen onderwijzen in het TSO in de derde graad.

Het aantal lesuren voor een fultime is afhankelijk in welke graad ik terechtkom. Kom ik bvb terecht voor mijn gekozen vak chemie, dan is dit automatisch in de tweede graad. Daar zal ik voor een fulltime chemie minimum 21 uur hebben, en maximum 22 uur.
Kijk ik naar apotheek, dan wordt het iets ingewikkelder. Als ik dit moet onderwijzen als een PV, dan zijn dit minimum 29 uur, en maximum 30 (ook in de derde graad).
Dit zijn de feiten. Als ik kan kiezen, dan lijkt het me interessanter om chemie te geven. Iets waarvoor mijn fascinatie even groot is dan voor apotheek, en minder uren.
Anderzijds, in apotheek wordt meer praktisch gedacht, wat ook bijzonder leuk is. In feite, als ik les kan en mag geven in één of twee of drie of vier wetenschapsvakken, dan maakt het me eigenlijk ook niet veel uit.
het gaat om les geven. Daar ga ik voor.

Daar ik nogal polyvalent ben, zou ik er niet om geven om na verloop van tijd enkele BPT uren te doen. Dit lijkt me een leuke afwisseling. Door mijn commerciële job die ik nu heb, denk ik trouwens dat het nog goed zou afgaan. Ik denk hierbij aan public relations.
En nuluren? Waarom niet. Ik werk nu wel 50 uur per week. Zolang ik het maar graag doe. Uiteraard mag er geen misbruik zijn van deze situatie. 15 nuluren zou dus ook wel wat overdreven zijn...
Ok, het is gecategoriseerd in het onderwijs, maar het is ook wel positief dat alles zo goed omschreven is. Voor mij is het positief dat er dingen bestaan als BPT en nuluren.
verplicht een plage uur maken zou ik ook geen ramp vinden. Waarom niet??? Als je graag les geeft?? Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap als leerkracht, en ik hoop (en denk van wel) daarover voldoende te beschikken.

Solliciteren kan op méér dan één manier gebeuren, en is ook goed beschreven. Opnieuw een voordeel. "op den bots" solliciteren zoals in de privé sector, is in het onderwijs niet aan de orde. Dat is goed, zodat alles goed bekeken en omschreven kan worden. Nadelig hier vind ik  dan wel dat het volgens mij soms de kans zal ontnemen aan scholen om een flexibele keuze te maken. Ik zou gebruik maken van alle beschikbare mogelijkheden (VDAB/onderwijskoepels/rechtstreekse sollicitatie). De rechtstreekse sollicitatie heeft volgens mij wel de beste slaagkansen. Dan toon je dat je DAAR OP DIE SCHOOL wil lesgeven.

Het AGODI artikel geeft duidelijk weer dat het grootste tekort zich bevindt in de derde en vierde graad van het secundair onderwijs. Door deze situatie op de arbeidsmarkt, en kijken naar mijn vakken, zijn mijn kansen om in het onderwijs te komen, wel goed.
Er zijn ook het meeste leerkrachten tekort in de grote stedelijke gewesten. Bvb Antwerpen en Brussel. Angst is dan het eerste woord wat in me opkomt. Veel leerkrachten hebben volgens mij een oprechte angst om in deze grote steden les te geven. Hebben ze schrik voor multiculturailiteit in de klas? Té grote klassen? Minder rechtstreekse interactie? Jammer is dit. Het is aan de nieuwe generatie om dit tekort in te vullen en deze angsten te omarmen! En toch zijn er 21% werkzoekende leerkrachten...
Flexibiliteit moet het motto zijn. Natururlijk moeten we ook weer hier kritisch zijn en weten dat misschien het uren systeem een mee te maken heeft met de moeilijk ingevulde posities...stof tot discussie genoeg. Voor op het discussiegesprek zeker? :-)

Deze redenen heb ik gevonden om wel les te willen geven in een groot stedelijk gewest:
http://www.onderwijstalent.be/leraar_worden/11-goede-redenen-om-les-te-geven-van-11-antwerpse-leraars.
De moeite om eens te lezen.

Het optreden van Ken Robinson is wel leuk. Hij heeft gelijk; iedereen doet zijn zegje wel in het onderwijs.
We moeten onderwijs koesteren. het legt de basis van wat en wie we zijn, samen met de opvoeding van de ouders en de voeding van sociale, externe factoren. Het is echter bijzonder moeilijk. de wereld evolueert zo snel, terwijl wij er moeten "het huidige moment" onderwijzen.
Leuk is dat hij zegt dat kinderen fouten maken niet weten, en dus normaal vinden. Volwassenen vinden dit niet. We worden onderwezen, of WERDEN alvast te veel onderwezen dat we GEEN fouten mogen maken. Ok, het blijft fout dat 1+1=3 is. Geen discussie. Maar wanneer het gaat over opvattingen, leren leren...bestaan er dan wel foute dingen? Daar moeten wij, als nieuwe generatie leerkrachten bijzondere aandacht voor hebben.


Tot slot wil ik deze reflectie eindigen met een leuke cartoon. Ik heb deze gekozen omdat ik wil dat de leerlingen lachen, als ze naar hun boeken kijken van de vakken die ze van mij gekregen hebben. Ik wil er een punt van maken dat ze mijn vak niet haten, dat ze met zin naar de les komen. En interesseert de wetenschap hen niet, dat ze toch leren in de les, mét hun zin. Niet enkel wetenschap, maar ook kritsche, en soms grappige reflecties van, en van in het leven mogen kunnen in mijn les.

Hopelijk heb ik u kunnen boeien met deze blog.

Groeten
Laurenzo